Zo makkelijk 2017 was, zo lastig begon 2018
Na een natte en lange herfst kregen we extreem koude weken in februari. Hierdoor werden we al behoorlijk op de proef gesteld met het winter-grazen. Toch herstelde de grond en de graszode zich goed en werden in april 2018 de eerste warmte records gebroken.
Het moest een jaar worden met maximale beweiding en minimale bijvoeding. Het doel was om te ervaren hoeveel melk we konden produceren op alleen gras en wat voor effect dit zou hebben op onze marge en liquiditeit. Tot juni hebben we gemiddeld 2.7 koeien per hectare geweid. Daarbij herhaalden we onze beweidingsronde steeds na 25 dagen (dat houdt in dat je na 25 dagen weer terug komt op een perceel). Ambitieus molken we 20 liter (jersey)melk gemiddeld op 98% gras.
Al snel bleek dat we onze koeien in juli niet meer op een perceel terug konden na onze gebruikelijke 25-29 dagen. De kwaliteit van het gras werd steeds slechter en volgens de verse grasmonsters hadden we maar een VEM van 699, een ruw eiwit van 959, en een normaal suikergehalte. Genoeg energie dus, maar te weinig eiwit. We zakten dramatisch naar een dieptepunt van 14 liter per koe per dag.
Niet alleen de kwaliteit van het gras was onder de maat. Ook de hoeveelheid gras was niet genoeg. Daarom hebben we eerst het voer in de melkstal verhoogd van een halve kilo tot wel 4 kilo per dag. Helaas was dit nog niet genoeg om de koeien van voldoende voeding te voorzien. Waarop we besloten om de hooibar uit de schuur te halen.
Ruwvoer- en budget balans
Ieder jaar maken we een ruwvoer- en budget balans op, omdat we dit jaar als doel hadden het krachtvoer uit het rantsoen te schrappen ontstond er een negatieve voerbalans. Gelukkig hebben we vanuit deze balans begin dit jaar al gras op stam bijgekocht. De prijzen van ruwvoer schieten inmiddels de pan uit en dat zorgt voor lichte paniek onder de veehouders. Daarom hebben we eerder dan normaal een selectie gemaakt van onze melkveestapel. De dieren die minder presteerden zijn eerder dan normaal van de hand gedaan, waardoor we nu minder dieren te voeden hebben.
Dit jaar benadrukt dat we met onze beweidingsstrategie erg afhankelijk zijn van de natuur. Ieder jaar is anders, waardoor we altijd kritisch moeten zijn op onze gestelde doelen zodat we tijdig kunnen bijsturen. Deze extreme weersomstandigheden zijn niet te voorspellen bij het opmaken van een voerbalans. Toch hopen we met de genomen stappen dat het verlies mee zal vallen. Inmiddels zijn de eerste buien weer gevallen. Wellicht kunnen we de kuilhoop in de loop van de tijd weer dichtmaken.
Rampjaar?
Over het algemeen bestaat er geen rampjaar. Vaak zijn de opbrengstprijzen zoveel hoger dat de boeren nog wel een goed resultaat kunnen behalen. Helaas zitten we als biologische boeren momenteel in een hele gekke marktsituatie. De voerprijzen rijzen de pan uit en tegelijkertijd betreden veel omgeschakelde biologische boeren de markt. Waardoor er niet minder melk word afgeleverd maar juist meer. Dit heeft vervolgens een negatief effect op de melkprijs.
Voor nu maar vooral genieten van de zonnige dagen en vooral voldoende water drinken om je hoofd er bij te houden. We kunnen niet meer doen dan we al hebben gedaan.
Groeten, Boer Bartele.
[poll id=”6″]
Antwoorden op eerder gestelde vragen:
In de zomer periode hebben we de koeien niet op stal gezet. We hebben de beweidingsronde niet versneld of vergroot. Elke dag gaven we de koeien 1.5 hectare grasland en er werd onbeperkt kuil bijgevoerd in de hooibar.
Er zijn gedeelten van onze weilanden verdroogt, toch denken we dat het nog groen genoeg is en de zode weer zal herstellen. We zaaien daarom ook niet door.
Ondanks de lagere productie zijn de koeien zijn goed in conditie, iets wat heel belangrijk is tijdens de periode van bevruchting, we hopen dat de hittestress bij de koeien mee zal vallen en dat de meeste dieren een gezonde vrucht bij zich dagen. Anders zullen de gevolgen van dit weertype in het voorjaar van 2019 nog een flinke tik nageven.
Comments